Sis: Fijn weekend!
DOOR SIS VAN ROSSEM
Binnenkort ontwikkel ik waarschijnlijk een gruwelijk eczeem. Gek! wordt een mens toch van dat ‘fijne dag’, ‘fijn weekend’. Ik heb de medewerkers bij de supermarkt waar ik dagelijks kom al zover dat ze het niet meer tegen me zeggen. Natuurlijk heb ik ze eerst uitgelegd waarom ik het zo verschrikkelijk vind. Veel mensen, ja veel meer dan we denken, zitten met een moeilijke en zware thuissituatie. Stel je voor: je man ligt op sterven, je (klein)kind blijkt een hele erge ziekte te hebben, je hebt zelf net te horen gekregen dat je kanker hebt en nog twee jaar te leven hebt. ‘Fijne dag verder’, ‘fijn weekend!’ Dat is toch gewoon onverdraaglijk? Zoiets zeg je niet, zo simpel is het. Maar zoals gebruikelijk doen we alles als papagaaien na, want oh, we willen er zo graag bij horen.
Benieuwd naar de hele column? Bestel dan nu Door de ogen van Sis van Rossem, een verzameling van Sis van Rossems beste en scherpste columns. Bestel het boek hier.
Dan is er nog iets dat me steeds meer begint te storen: dat gevraag hoe het met je is. Min of meer wildvreemden die me amper kennen, vragen aan je: hoe gaat het? Hoezo? Waar bemoeien ze zich mee? Het gaat ze helemaal niets aan hoe het met me gaat. Mijn antwoord tegenwoordig is meestal: dat weet ik niet. Soms: dat moet je aan Onze Lieve Heer vragen. Het is een onzinnige vraag, je moet namelijk antwoorden: goeoeoed! Vandaag had ik er zo genoeg van dat ik zei: wat zeg je als ik zeg dat ik kanker heb? Tja, dat ontregelde haar wel even. Zo had ze het nog nooit gezien. Dus ik zei: dan moet je het niet vragen! Ik weet het, ik weet het, ik maak er geen vrienden mee, maar het zijn mijn vrienden niet en het hoeven mijn vrienden ook niet te worden.
Nog zoiets gruwelijks: laatst ging de bel. Gelukkig woon ik in een huis waar ik eerst naar beneden moet om de voordeur open te maken, maar ik kan die voordeur bedienen vanuit het keukenraam. Er staat een wildvreemde jongen op de stoep. Ik open het keukenraam en vraag wat hij komt doen. Zegt hij toch: alles goed? Ik val bijna uit het raam en vraag: zijn we familie of zo? Nou, daar begrijpt hij overduidelijk niets van. Dus ik vervolg mijn monoloogje en deel mede dat je dat hooguit vraagt aan iemand die net gevallen is of zo. Overigens zal ik zoiets ook nooit aan een familielid vragen. Zeker weten dat ze denken dat ik echt krankzinnig ben geworden.
En dan die vreselijke app-taal. Laatst hoorde ik van iemand dat dat geha-ha standaard op je telefoon zit. Je zal toch ha-ha iedere zin ha-ha beginnen ha-ha met ha-ha! Er valt helemaal niets te lachen, dus hoezo die ha-ha? Om over die gruwelijke emojis maar te zwijgen. Als je dus helemaal te beroerd bent om een tekst te maken, gebruik je dat soort lelijke en infantiele symbooltjes.
En dan tot slot: de meeste mensen kunnen helemaal niet meer schrijven. Er is sprake van een gruwelijke taalverloedering. Het Nederlands is eigenlijk gewoon aan het verdwijnen. Dan zijn er van die types die zeggen: ja, de taal is altijd aan verandering onderhevig. Zeker, maar niet aan een totale verloedering, je kunt rustig zeggen dat er een nieuwe taal aan het ontstaan is. Luister naar de pubers op straat, die spreken een zogenaamde straattaal, dat is een mengeling van allerlei talen. Ik heb daar overigens niets tegen, maar wat een bijkomend nadeel is dat de meeste van dit soort straattaalsprekende jongeren geen normale foutloze Nederlandse zin kunnen schrijven. Maar dat geldt inmiddels voor het grootste gedeelte van de Nederlandse bevolking.
Wat een zegen dat ik oud ben: na mij de zondvloed!
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren