Europa: een taai continent
DOOR BART DE KONING
Al tien jaar struikelt Europa van crisis naar crisis: de euro, de Grieken, de vluchtelingen, de Brexit, de Catalanen. Het oude continent is verzwakt en verdeeld. Krijgen de doemdenkers dan eindelijk gelijk en haalt Azië ons in?
Uit Maarten! 2017-4
‘Ik zag gisteren een man plassen in Jermyn Street. Ik dacht: is dit het einde van de beschaving zoals wij die kennen? Of is het gewoon een man die in Jermyn Street plast?’ zo verzucht een personage in The Old Country van Alan Bennett. Het toneelstuk ging in 1977 in première en heeft de Koude Oorlog als thema – het is daarmee weer verbazingwekkend actueel.
De ondergang van de Europese dan wel westerse beschaving is helemaal hip and happening. In oktober verscheen de eerste Nederlandse vertaling van Der Untergang des Abendlandes van Oswald Spengler. Media van links (Groene Amsterdammer) tot rechts (Reformatorisch Dagblad) besteedden er aandacht aan. Thierry Baudet en Tommy Wieringa spraken erover in Vrij Nederland. Het gedachtegoed van de Duitse sombermans sluit goed aan bij het cultuurpessimisme van Baudet en zijn leermeester Paul Cliteur, die denken dat het Westen ten onder gaat aan cultuurmarxisme, homeopathische verdunning van het volk en occidentofobie – een verzonnen onzinwoord dat zoiets schijnt te betekenen als ‘westerse zelfhaat’.
Sid Lukassen, zelf auteur van het zwaar op de maag liggende Avondland en identiteit, greep de verschijning van De ondergang aan om op The Post Online de linkse elite maar weer eens overal de schuld van te geven. Typerend citaat: ‘Ironisch genoeg kunnen de salonfähige elites die Trump het meest haten hem niet begrijpen als manifestatie van de tijdgeest. Dat komt doordat ze te bevooroordeeld zijn om zich te verdiepen in literatuur als die van Spengler.’
Schandalen
Maar ook voor wie ’s nachts niet wakker ligt van de cultuurmarxistische elites is er genoeg reden om bezorgd te zijn over het Westen en Europa. Donald Trump slaagt er dagelijks met nieuwe schandalen, blunders en leugens in om Amerika en zijn bondgenoten te beschadigen. Dat hij wild tekeergaat tegen landen als Iran en Noord-Korea is tot op zekere hoogte nog te begrijpen, maar dat hij voortdurend ruzie zoekt met bondgenoten is onbegrijpelijk en beangstigend.
We zijn na Trumps inhuldiging zo afgestompt door honderden schandalen dat de oudere wat uit het geheugen weggezakt zijn, maar in januari was zijn eerste officiële poging om buitenlands beleid te voeren het telefonisch schofferen van de Australische premier Malcolm Turnbull. Australië! Amerika’s trouwste bondgenoot, die altijd heeft meegevochten in alle Amerikaanse militaire avonturen – zelfs in Vietnam, waar andere bondgenoten wijselijk geen trek in hadden. Daarna zocht Trump ruzie met andere zeer trouwe Angelsaksische bondgenoten, zoals Canada en Groot-Brittannië. Trump bedreigt de Canadese vliegtuigfabrikant Bombardier met strafheffingen in een handelsconflict met Boeing. In reactie daarop dreigt de Britse regering met het intrekken van orders voor Boeing, omdat Bombardier een grote fabriek heeft in Belfast. Theresa May heeft de Noord-Ierse stemmen nodig in het
Brexit-debat.
Terwijl Europese landen blij mogen zijn met één of twee procentjes groei per jaar, groeit de Chinese economie rustig met 7 procent
Het is ontluisterend hoe een paar populisten aan weerszijden van de oceaan in korte tijd zoveel schade kunnen aanrichten in de Angelsaksische common wealth. En dan te bedenken dat Trump en de Brexiteers voor de stembusgang allerlei fantastische deals en voordelen hadden beloofd aan hun kiezers. Wat de Britse regering nu precies van plan is kan niemand volgen, maar het is duidelijk dat de Brexit Groot-Brittannië en de Europese Unie flinke schade toebrengt. Niet alleen politiek, maar ook economisch als de scheiding hard en dramatisch verloopt.
En het gaat al niet goed met Europa. De Poolse en Hongaarse regeringen ondermijnen de onafhankelijkheid van hun rechters en hebben openlijk lak aan immigratieregels – en daarmee aan de Europese rechtsstaat. Europa struikelt al tien jaar van crisis naar crisis: de euro, de Grieken, de vluchtelingen. En net als de ergste problemen in Zuid-Europa onder controle lijken, dreigen de Catalanen Spanje op te blazen.
Terwijl het Westen zichzelf aan het beschadigen is, timmert China krachtig aan de weg. Dat is versleten beeldspraak, maar hier wel op zijn plaats, omdat het land met een zeer ambitieuze nieuwe Zijderoute over land bezig is. Zo krijgt Tilburg een rechtstreekse treinverbinding met de miljoenenstad Chengdu. Terwijl een container over zee via Rotterdam nu vijf weken onderweg is, moet het per spoor in vijftien dagen kunnen. Tegelijk legt China spoorlijnen aan in Afrika en investeert het daar miljarden in de grondstoffenindustrie. Het land is daarnaast bezig om leger, luchtmacht en marine in hoog tempo te moderniseren. En terwijl Europese landen blij mogen zijn met één of twee procentjes groei per jaar, groeit de Chinese economie rustig met 7 procent. Waar Europese bedrijven klagen over gebrek aan technisch personeel, spugen Chinese universiteiten elk jaar tienduizenden ingenieurs en programmeurs uit.
Tel daar de assertiviteit – of agressiviteit – van Poetins Rusland en Erdogans Turkije bij op en het beeld is duidelijk: het Westen stagneert, is verdeeld en de westerse democratie als staatsvorm is op zijn retour. Het lijkt er dus op dat de invloedrijke Singaporese denker Kishore Mahbubani gelijk krijgt. In 2009 voorspelde hij in zijn bestseller The New Asian Hemisphere. The Irresistible Shift of Global Power to the East dat dit de eeuw van Azië wordt. De Aziaten hebben eeuwen langs de zijlijn toegekeken hoe Europeanen en Amerikanen de wereld bestierden, maar aan die dominantie komt nu een eind.
In zijn nieuwste boek, het net verschenen The Asean Miracle, wrijft hij het nog wat dieper in. Terwijl het Westen ten prooi valt aan stagnatie en zelfhaat, en veel westerse jongeren verwachten dat ze er de komende decennia op achteruit zullen gaan, is er één regio die groeit en borrelt van het optimisme: Zuidoost-Azië. Daar leven 625 miljoen mensen in vrede en welvaart samen, omdat ze internationaal samenwerken. Verantwoordelijk voor dat wonder is Asean, een organisatie waar onder andere Maleisië, Indonesië, Thailand en de Filippijnen lid van zijn. Dat model is ‘uitdaging én een voorbeeld’ voor de kibbelende Europese en Angelsaksische landen, zo stelt Mahbuhbani. En dat komt dus náást de opmars van China, die op zich al indrukwekkend genoeg is.
Onvoorspelbaar
De vraag is daarom: gaan Europa en – meer in het algemeen – het Westen inderdaad naar de vaantjes? Voorspellen is lastig. In de jaren tachtig en negentig dachten veel experts dat Japan het Westen zou overvleugelen en onze industrie zou wegvagen. Karel van Wolferen schreef een alarmerende bestseller over de drijfveren van Japan. De gerenommeerde econoom Lester Thurow scoorde in 1993 ook een bestseller met Head to Head: The Coming Economic Battle Among Japan, Europe, and America. Nu weten we welk Aziatisch land ontbrak in de titel. Wat niemand zag aankomen was dat de Japanse economie langdurig zou stagneren en dat China enorm snel zou groeien. Dat wás ook lastig te voorspellen, omdat communistische dictaturen daarvoor nog nooit economisch succesvol waren geweest.
Dit zijn geen incidentele, willekeurige miskleunen: de toekomst is echt vrijwel onmogelijk te voorspellen. De Amerikaanse psycholoog Philip Tetlock doet al decennia onderzoek naar de voorspellingen van professionals, zoals politicologen, economen en beleidsadviseurs, en het blijkt steeds dat ook zeer ervaren experts er meestal naast zitten. Niet omdat ze dom zijn, maar omdat de wereld inherent onvoorspelbaar is. De doemdenkers die de ondergang van het Westen voorspellen geloven meestal in ijzeren historische wetten, die opkomst, bloei en ondergang van beschavingen onverbiddelijk vastleggen. Hetzelfde geldt overigens voor de optimisten, die spiegelbeeldig de bloei van Azië voorspellen. Niemand weet met zekerheid of China de komende jaren zal doorgroeien of stagneren.
In Zuid-Oost Azië leven 625 miljoen mensen in vrede en welvaart samen, omdat ze internationaal samenwerken
Niemand weet ook hoelang Donald Trump nog president is en hoeveel schade hij nog zal aanrichten, maar wel duidelijk is dat Europa vanuit die hoek voorlopig weinig heil heeft te verwachten. Onze grote bondgenoot, die in de vorige eeuw twee keer militair te hulp schoot, die de wederopbouw financierde en ons beschermde tegen de Sovjet–Unie, laat het afweten.
‘We moeten ons lot in eigen hand nemen,’ zoals Angela Merkel al constateerde in mei. En dat zou nog best eens heel goed kunnen gaan, want Europa is veel sterker dan op het eerste gezicht lijkt. Die handelsoorlogen van Trump zijn meteen de beste reclame voor de Europese Unie die Brussel zich maar kan wensen. Vrij verkeer van mensen, geld en goederen, efficiënte afhandeling van transacties, een beschaafd mechanisme om geschillen op te lossen – kortom, alles wat een moderne open economie nodig heeft voor de handel – zijn geen vanzelfsprekendheden. Ze zijn het resultaat van decennialang politiek, diplomatiek en juridisch vakmanschap.
Maar het is broos: één lompe populist kan de hele porseleinkast in elkaar trappen. Trump schoffeert bondgenoten, zoals Canada en Groot-Brittannië, met handelsconflicten, maar heeft op economisch gebied nog niets tegen de Europese Unie durven ondernemen: te groot en te machtig. Het is één voor allen, allen voor een. Wie ruziemaakt met één Europees land, krijgt 500 miljoen Europeanen tegenover zich. Een wijze les voor populisten die roepen dat de EU nergens voor nodig is.
Met de economische stagnatie van Europa valt het ook reuze mee. De meest gezaghebbende maatstaf voor het concurrentievermogen van landen is de Global Competitive Index van het World Economic Forum (zie kader). Noord-Amerika is het meest competitieve werelddeel, gevolgd door Oost-Azië en de Pacific en Europa. De rest van de wereld volgt op een afstand, waarbij Eurazië (bijvoorbeeld Turkije) het beter doet dan Latijns-Amerika, dat relatief achterblijft. Zuid-Azië en Afrika onder de Sahara bungelen onderaan. Rusland maakt onder Poetin veel kabaal en bemoeit zich militair met Syrië en Oekraïne, maar stelt economisch niet veel voor: alle inkomsten komen uit olie en gas. De rest van de Russische economie zakt weg in corruptie.
Het ziet er dus naar uit dat de grote economische groeiers de komende decennia nog steeds Noord-Amerika, Europa en Azië en de Pacific zullen zijn. De groei van Azië is ook goed voor Europa: ze eten geen groter deel van de taart, de taart zelf wordt groter. De Chinezen wil een welvarend Europa om handel mee te drijven – en naar op vakantie te gaan. Ze leggen die nieuwe Zijderoute niet voor niets aan. China wil ook een stabiele en sterke euro, omdat ze niet alleen afhankelijk willen zijn van de dollar als internationale reservemunt. De Chinezen hebben meer dan een biljoen dollar geleend aan de Verenigde Staten: dat zijn erg veel eieren in één mandje.
Om de Europese munt te steunen heeft Beijing tijdens de eurocrisis een aantal malen euro’s ingekocht. Verder zitten Europa en China op één lijn als het gaat om het aanpakken van klimaatproblemen. Natuurlijk moeten we daarbij niet naïef zijn: de Chinezen proberen westerse markten open te breken terwijl ze hun eigen markten zo veel mogelijk afschermen, en ze proberen daarbij op alle mogelijke manieren westerse kennis te bemachtigen.
Europa is voor China een belangrijker en aantrekkelijker handelspartner dan de Verenigde Staten, zo schreef China-kenner Yukong Huang onlangs in Foreign Affairs. Hun economieën vullen elkaar beter aan: Europa exporteert auto’s en machines naar China, de Amerikanen vooral landbouwproducten en recyclebaar afval. Nog een belangrijk onderscheid is dat Europese landen grotendeels hun eigen economische beleid voeren. Als er in Washington een deal afspringt, kan een Chinees bedrijf nergens meer terecht in de VS. In Europa is er altijd nog wel een ander land waar de Chinezen wel tot zaken kunnen komen. Dat is van fundamenteel belang voor de vraag hoe de Europese markt er de komende decennia uit moet gaan zien.
Open grenzen
Europa moet één markt blijven, met open grenzen en handel – protectionisme en handelsoorlogen leveren alleen maar ellende op. Toch is het niet verstandig om de Europese integratie te ver door te voeren: landen moeten ruimte houden om hun eigen economisch beleid te blijven voeren. Dat is niet alleen een kwestie van soevereiniteit, de geschiedenis laat zien dat divers beleid ook beter is dan eenheidsworst. De Genuaan Christoffel Columbus moest bij verschillende Europese hoven enorm leuren met zijn plan om een westelijke doorvaart naar Azië te ontdekken. Uiteindelijk wist hij Ferdinand en Isabella van Spanje te overtuigen. Maar lang voordat Columbus en andere Europese ontdekkingsreizigers in hun minuscule scheepjes de wereld verkenden, stuurden de Chinezen al enorme vloten naar Afrika. Ze hadden reusachtige jonken die vijf keer groter waren dan de grootste Europese schepen. In 1433 maakten eunuchen aan het Chinese hof om nog steeds onopgehelderde redenen een eind aan de expedities, waarna de Chinezen hun superieure kennis van de scheepsbouw vergaten en zich terugtrokken in eigen land. Het was juist de rivaliteit tussen de Europese landen die hen voortdreef om de rest van de wereld te ontdekken.
Die almacht van Beijing zou China ook nu fataal kunnen worden, als de partij door verkeerde keuzes het hele land de verkeerde kant op stuurt. Sommige sceptici denken bijvoorbeeld dat de communistische partij aan haar eigen corruptie ten onder zal gaan. Vooralsnog runt de partij een zeer succesvolle totalitaire dictatuur. Uiteraard lang niet meer zo bloedig als onder Mao, maar nog steeds zitten er miljoenen mensen in strafkampen, worden er duizenden gevangenen per jaar geëxecuteerd, worden de Tibetanen bruut onderdrukt en heeft het regime een elektronisch surveillanceapparaat opgetuigd waar 1984 van George Orwell flauw bij afsteekt.
Dat is waar Europa uniek in is: het is het enige werelddeel dat mensenrechten nog expliciet als politiek ideaal uitdraagt. De Europese Unie is altijd een waardegemeenschap geweest: landen met de doodstraf mogen geen lid worden. Europa is het enige continent dat bescherming van grondrechten van burgers serieus neemt én ook internationaal uitdraagt. Natuurlijk zijn Amerikanen ook vol van hun grondrechten – op dit moment vooral het recht om een automatisch wapen te bezitten –, maar als internationaal, hoger doel zijn de grondrechten er morsdood. Trump omarmt schurken zoals Vladimir Poetin en Rodrigo Duterte, en toont uitsluitend minachting voor internationale organisaties.
Europa is nog het enige werelddeel dat mensenrechten als politiek ideaal uitdraagt
De Europese Unie heeft hier een wezenlijke en zichtbare meerwaarde, zowel extern als intern. Internationaal kan Europa het waakvlammetje van de democratie brandende houden, terwijl landen als Turkije, Rusland, Venezuela en de Filippijnen afzakken richting dictatuur. Binnen Europa kan de EU landen als Hongarije en Polen blijven corrigeren – zelfs al luisteren de betrokken sterke mannen helemaal niet, Europa biedt in elk geval hoop aan de democratische oppositie. Maar ook in keurig aangeharkte democratieën beschermen Europese grondrechten de privacy van burgers tegen meeglurende bedrijven en overheden.
Het zijn Europese toezichthouders die Facebook, Google en Microsoft dwingen om de privacy van hun klanten te respecteren. De Nederlandse bewaarplicht voor telecomgegevens is succesvol aangevochten met een beroep op Europese grondrechten. Dat zijn geen zinloze achterhoedegevechten tegen een onvermijdelijk oprukkende Big Brother, dat is een levende democratische rechtsstaat die zijn burgers beschermt.
Een veelgehoord verwijt is dat Europese politici suffe technocraten zijn, die het volk niet inspireren. Het klopt dat de speeches van Herman van Rompuy, Jean-Claude Juncker en Guy Verhofstadt de kiezer niet in vervoering brengen, maar hoe erg is dat? Donald Trump, Nigel Farage, Marine le Pen en Geert Wilders kunnen allemaal hun publiek wél in vervoering brengen, maar veel goeds hebben hun opzwepende vergezichten ons niet gebracht. Misschien moet Europa wel saai zijn. Als dat betekent dat er 500 miljoen mensen in vrede en veiligheid leven, beschermd door een stevige rechtsstaat, met een gegarandeerd bestaansminimum en een levensverwachting van minstens 75 jaar, wat is er dan mis met saai? De geschiedenis leert dat die verworvenheden niet vanzelfsprekend zijn. Dat vraagt niet om radicale verandering, maar om zorgvuldig onderhoud en voorzichtig bijschaven waar nodig.
Uit Maarten! 2017-4
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren