Het controlecircus in Den Haag

DOOR BART DE KONING

Voor elk wissewasje een apart loket, steeds nieuwe regels, nog meer formulieren, weer een reorganisatie. De Nederlandse overheid gaat problemen met zwaar geschut te lijf, maar vaak heeft dat een averechts effect.

Uit Maarten! 2017-3

Een artikel schrijven over de domste besluiten van Nederlandse politici… Het is alsof je een fan van Laurel en Hardy vraagt naar zijn favoriete scènes. Het is onmogelijk kiezen. Al sinds Lof der zotheid van Erasmus weten we dat domheid een van de drijvende krachten van de geschiedenis is. Zelfs afgebakend tot domheid in de moderne Nederlandse politiek blijft het een mer à boire.

Over welke besluiten dom, dommer en domst zijn kun je eindeloos discussiëren, maar een goede kandidaat voor de allerdomste actie in de moderne geschiedenis is toch zeker de Tweede Golfoorlog. De inval in Irak was bedoeld als vergelding voor 9/11 – waar Saddam Hoessein niet bij betrokken was. Daarnaast zou Irak lid zijn van een ‘As van het Kwaad’ en massavernietigingswapens hebben. Die bleken er niet te zijn. De twee andere leden van de vermeende As (Iran en Noord-Korea), die wél een serieus kernwapenprogramma hebben, werden met rust gelaten. De inval leidde tot een verwoestende burgeroorlog in Irak en Syrië, en de oprichting van de wreedste terreurbeweging ooit. Een van de meest gevreesde leiders ervan was Abu Bakr al-Baghdadi, die was geradicaliseerd nadat de Amerikanen hem maandenlang in de beruchte Abu Ghraib-gevangenis hadden opgesloten. En weer losgelaten…

Intelligente mensen richten meer schade aan dan domme

Na 9/11 had Wim Kok gewaarschuwd dat de Amerikanen zich in hun reactie op de terreur wel aan de waarden van de democratische rechtsstaat moesten houden. Frits Bolkestein vond dat ‘gemekker aan de zijlijn’. Het is een fascinerend geval van domheid, want juist de Amerikaanse overreactie veroorzaakte veel ellende.

Het maakt duidelijk dat ook intelligente mensen heel domme dingen kunnen zeggen en doen. Ze richten daarbij ook vaak meer schade aan, omdat ze meer macht hebben dan domme mensen. Mensen met een laag IQ weten bovendien van zichzelf wel dat ze niet zo slim zijn, terwijl slimme mensen zichzelf en anderen eindeloos voor de gek kunnen houden met hun vernuftige betogen.

Frits Bolkestein mag graag poseren als een scherpzinnige liberale denker. Journalisten hebben veel geschreven over ‘het klasje van Bolkestein’, met speciaal door hem geselecteerde jonge talenten. In zijn memoires, Cassandra tegen wil en dank, poseert Bolkestein ook als een onbegrepen ziener, die (net als Cassandra in de Oudheid) waarschuwde tegen gevaren die niemand anders zag, zoals het socialisme en de euro.

De ironie is dat de klassieke Cassandra ook waarschuwde tegen de gevaren van oorlog én het binnenlaten van het Trojaanse paard. In het ‘klasje’ zaten destijds ook Derk-Jan Eppink en René Leegte. De eerste heeft nu als publicist een dagtaak aan het ophemelen van Donald Trump als ‘presidentiële’ president. Leegte stelde een paar jaar geleden voor om de subsidie voor het KNMI stop te zetten omdat ze klimaatverandering onderzoeken. Hij moest aftreden als Kamerlid omdat hij luid bellend in de trein vanuit Groningen aan een partijgenoot vertelde hoe hij het onderzoek naar de aardbevingsschade aan het traineren was. Maar het bekendste talent uit Bolkesteins klasje was Geert Wilders. Bolkestein wordt in elk interview boos als iemand Wilders zijn leerling noemt. In Cassandra ontbreekt de naam Wilders volledig. Dat is niet zo vreemd: een jong talent opkweken dat er later vandoor gaat met de helft van de VVD-kiezers is niet iets waar je als zelfbenoemde Cassandra graag aan herinnerd wilt worden.

De reden om zo lang stil te staan bij Bolkestein is dat hij een grote invloed heeft gehad op de Nederlandse politiek van de laatste decennia. De talenten die hij opkweekte in zijn ‘klasje’ staan aan wieg van de fact free politics in Nederland. Hij maakte de VVD de grootste en machtigste politieke partij van Nederland. Mede om oud-VVD’er Wilders op een afstand te houden is de partij flink opgeschoven richting populistisch-rechts – en daarmee de hele Nederlandse politiek.

Dat versterkte een ontwikkeling die al begon toen Wim Kok bij zijn aantreden als partijleider van de PvdA de ‘ideologische veren’ afschudde. Dat was destijds logisch. Zo streefde het beginselprogramma in 1977 nog naar ‘het in gemeenschapsbezit brengen van basisindustrieën, banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, de farmaceutische industrie, de wapenindustrie en andere ondernemingen’. Je hoeft maar naar Venezuela te kijken om te snappen waarom die ‘veren’ weg moesten. Maar met de socialistische dommigheid verdwenen ook de waardevolle kanten van de sociaal-democratie naar de achtergrond. Die is in een paar decennia opgegeten door het neoliberalisme: de PvdA is nu gereduceerd tot een marginaal partijtje.

Een principiële liberaal zou vaak ‘nee’ zeggen tegen zijn kiezers – en niet worden herkozen

Een analyse van de domste politieke besluiten in Nederland zal zich dus vooral moeten richten op het (neo)liberalisme. Daar komen tenslotte de fouten vandaan waar we nu last van hebben. Sterker: een groot deel van de fouten die politici de laatste decennia hardnekkig blijven maken, is een reactie op de tijd dat het maakbaarheidsdenken nog dominant was en de overheid ongebreideld groeide.

Niemand ziet dat scherper dan Herman Tjeenk Willink. Hij was in de jaren tachtig belast met de reorganisatie van de Rijksdienst (niet gelukt), bekleedde talloze politieke functies en waarschuwde als vicevoorzitter van de Raad van State jaar in jaar uit tegen slechte wetgeving en ondoordachte daadkracht. Toen hij in juni terugtrad als informateur beschreef de staatsman in zijn eindverslag Over de uitvoerbaarheid en uitvoering van nieuw beleid vlijmscherp wat er mis is met de Nederlandse politiek.

Een nieuwe regering met een nieuwe beleidsagenda wekt verwachtingen bij burgers, constateert Tjeenk Willink, om droog te vervolgen: ‘Bij het verwezenlijken van die verwachtingen staat de overheid zelf vaak in de weg.’ Dertig jaar lang streven ‘naar een kleinere en goedkopere centrale overheid heeft per saldo geresulteerd in een aanzienlijke groei van het aantal regels en formulieren […] waarmee burgers te maken krijgen en waarvan zij vaak het slachtoffer worden’. Dat veroorzaakt een hoop onvrede.

Politici en media richten alle aandacht op de plannen in het nieuwe regeerakkoord, maar de departementen en publieke uitvoeringsorganisaties zijn al belast met de uitvoering van bestaand beleid. Nieuwe plannen botsen op oude, en omdat politici haast hebben – de klus moet voor de volgende verkiezingen geklaard zijn – overvragen ze hun ambtenaren. ‘Politieke tijd’ en ‘tijd voor uitvoering’ zijn niet hetzelfde.

Politici hebben slecht zicht op de vraag of beleid wel effectief is en of maatregelen eigenlijk wel zin hebben. Er is een tussenlaag van ongrijpbare managers, consultants en bureaucraten ontstaan tussen politiek en uitvoerders in. De overheid is ondanks (of dankzij) dertig jaar hervormingen kwetsbaarder geworden. Juist de Haagse neiging om reorganisatie op reorganisatie te stapelen zorgt ervoor dat diensten als de belastingdienst en het UWV overbelast raken.

Politici staan met al hun daadkracht niet meer open voor tegengeluiden. De Raad van State, Rekenkamer, Ombudsman en wetenschappers mogen vanaf de zijlijn waarschuwen – de kans dat er iets mee gebeurt, is niet groot. Ondanks waarschuwingen van praktijkmensen is de invoering van het Persoons Gebonden Budget gewoon doorgedouwd, met rampzalige gevolgen voor de patiënten én degenen die het moeten uitvoeren. Talloze verstandige mensen hebben gewaarschuwd tegen de vorming van het veel te grote ministerie van Veiligheid en Justitie en de gelijktijdige vorming van de Nationale Politie.

In al deze gevallen is er sprake van een combinatie van misplaatste daadkracht en de denkfout van het planningsoptimisme: voordelen sterk overschatten en risico’s onderschatten. Dat gebeurde ook bij grote projecten zoals de Noord-Zuidlijn, HSL en Fyra. De Betuwelijn zou een economische groei van 65 miljard gulden opleveren en het bedrijfsleven zou meebetalen. De JSF zou 25.000 banen opleveren en het bedrijfsleven zou meebetalen. De nieuwe containerterminal in de Amsterdamse haven zou 8500 banen opleveren en… Enfin, u voelt waar het heen gaat. Al deze projecten werden duurder, de baten vielen zwaar tegen en het bedrijfsleven droeg niet of weinig bij.

Drie typische kenmerken van domheid komen steeds terug: tegen het advies van verstandige mensen in toch doorzetten, het tegenovergestelde bereiken van wat je wilde en steeds dezelfde fouten herhalen.

Nederland is een coalitieland, dus voor deze zeperds geldt dat alle grote partijen er medeverantwoordelijk voor zijn. Het zijn wel opvallend vaak VVD’ers die een leidende rol spelen: Ivo Opstelten en Fred Teeven op Veiligheid & Justitie, Annemarie Jorritsma bij de Betuwelijn en de JSF, Geert Dales bij de Noord-Zuidlijn en de containerterminal. Dat liberalen, die juist naar een kleine overheid streven, zo met geld smijten is minder vreemd dan het lijkt. Zuiver liberalisme is net zo’n onbereikbaar ideaal als communisme. Een echt principiële en rationele liberaal zou een groot deel van zijn tijd ‘nee’ zeggen tegen zijn kiezers – en dus niet herkozen worden.

Liberalen van vlees en bloed kijken wel link uit. Ze combineren het beste van beide werelden: ze doen alsof ze zuinig en rationeel met geld omgaan, maar delen het met gulle hand uit. De hypotheekrenteaftrek is met zo’n 14 miljard euro de duurste subsidie van Nederland. De regeling werkt marktverstorend en jaagt huizenprijzen alleen maar verder op – precies het tegenovergestelde van wat subsidie beoogt. De VVD verdedigt hem met hand en tand. Of neem de subsidies voor het bedrijfsleven. Na de kostbare en mislukte pogingen om de zwakke broeders RSV en Fokker overeind te houden, steekt de overheid nu jaarlijks miljarden in innovatieve winnaars – beleid waarvan de Rekenkamer de effecten nooit heeft kunnen vaststellen.

‘Miljarden voor topsectoren leveren nauwelijks baanbrekende innovaties op.’ Onder die kop bracht Het Financieele Dagblad eind juli het nieuws dat het topsectorenbeleid, dat jaarlijks ruim een miljard euro kost, niet of nauwelijks werkt. Het slechte nieuws kwam uit een evaluatie die minister Henk Kamp van EZ heel slim in de vakantie naar de Kamer had gestuurd. De subsidies ‘dienen vooral de bestaande belangen van bedrijven, niet het oplossen van maatschappelijke problemen’, zo vatte het FD het probleem samen. Het was de zoveelste in een lange rij kritische evaluaties.

Het is liberaal Jip-en-Janneke dat bedrijven subsidiëren niet werkt, en iederéén weet het, ook bij de VVD. Hun denktank de Teldersstichting publiceerde al in 1999 een analyse van vijftig jaar industriepolitiek die haarfijn uitlegt waarom staatssteun voor bedrijven een slecht idee is. Bolkestein gaat in Cassandra een heel hoofdstuk lang tekeer tegen overheidsbemoeienis met de economie, tegen planning en het voortrekken en beschermen van bepaalde sectoren.

Kortom, precies wat de VVD al deed toen Bolkestein begin jaren tachtig zelf staatssecretaris was van EZ, en tot op de dag van vandaag volhoudt. De Teldersstichting adviseerde in 1999 al om te hakken in het subsidieoerwoud. Annemarie Jorritsma beloofde dat als minister van EZ ook, rond de eeuwwisseling. Toen waren er 65 regelingen. Nu zijn het er 110. ‘Start-ups raken verstrikt in oerwoud aan subsidies,’ kopte het FD in 2014. En een jaar later: ‘Subsidieadviseurs zien gouden tijden aanbreken nu regels complexer worden.’

Die groeiende bureaucratie is niet een tijdelijk bijverschijnsel – het is een essentieel onderdeel van het liberalisme. Dat lijkt paradoxaal, maar is het niet. Het liberalisme komt voort uit het verlichtingsdenken van de achttiende eeuw. De mens kon zich alleen bevrijden van zijn bijgeloof en achterlijkheid door rationeel te denken. ‘Meten is weten’ is daarbij essentieel: de mens en de wereld dienen gemeten en in kaart gebracht te worden en vervolgens beheersbaar gemaakt. Dat heeft enorme vooruitgang gebracht, maar kan ook doorschieten in bureaucratie en controlezucht.

Neoliberalen hebben bovendien een eendimensionaal mensbeeld: de calculerende Homo economicus, die alleen zijn eigen belang nastreeft en dus stevig gecontroleerd moet worden. Dat is een pervertering van het oorspronkelijke liberalisme, dat uitgaat van het goede in de mens. De antropoloog David Graeber formuleerde daarom, in The Utopia of Rules, de volgende wet: ‘De IJzeren Wet van het Liberalisme stelt dat elke markthervorming, elk overheidsinitiatief bedoeld om bureaucratie terug te dringen en marktkrachten te bevorderen als uiteindelijk effect zal hebben dat het totaalaantal regelingen, de totale hoeveelheid papierwerk en het totaalaantal bureaucraten in overheidsdienst zullen toenemen.’

Zie hier de tussenlaag van Tjeenk Willink. Denk aan het opsplitsen van de spoorwegen in een treinendeel (de NS) en een spoordeel (Prorail). Of aan de invoering van PGB’s en de marktwerking in de zorg met de Diagnose Behandel Combinaties. Ziekenhuizen en verzekeraars moesten daarvoor consultants inhuren (‘Hallo, daar zijn we weer!’). Inmiddels heet het systeem Dot: DBC’s Op weg naar Transparantie.

Dat dit zinloze circus maar doorgaat is minder vreemd dan het lijkt. Kiezers zijn niet rationeel. Een groot deel van de liberale hocus pocus rond marktwerking, reorganisaties en evaluaties is een bezweringsritueel om irrationaliteit een respectabel voorkomen te geven. De evaluaties, die niemand leest, zijn een aflaat om de kiezer te verlossen van de plicht om zelf na te denken. Er is geen VVD-kiezer die gaat tellen of zijn partij echt heeft gehakt in de bureaucratie of die de jaarlijkse misdaadstatistieken downloadt om te kijken of de VVD wel echt strenger is gaan straffen. Dat de pakkans en straffen de afgelopen tien jaar dramatisch zijn gedaald doet er niet toe: het gaat om de belofte, het gevoel. Voor politici is het rationeel om door te gaan met irrationeel beleid: het levert stemmen op, en tegen de tijd dat de tegenvallers bekend worden zijn ze alweer één of twee functies verder.

Geen VVD-kiezer gaat tellen of zijn partij echt heeft gehakt in de bureaucratie

Het probleem met het bestuderen van domheid is dat je na verloop van tijd zélf ook denkfouten gaat maken. De negativity bias dreigt: de neiging om meer oog te hebben voor problemen en fouten dan voor dingen die wel goed gaan. Je gaat denken dat de mensheid grotendeels uit idioten bestaat, die van de ene blunder naar de andere fout strompelen. Dat is natuurlijk niet waar, anders hadden we ons niet binnen tienduizend jaar van vuistbijlen naar raketwetenschap ontwikkeld. De mens moet per definitie meer slimme dan domme dingen gedaan hebben, anders hadden we onszelf al uitgeroeid (hoewel dat met de lanceercodes in handen van Donald Trump wel weer een realistisch scenario is).

Dat geldt ook voor Nederlandse politici: er gaat veel meer goed dan fout. Hoe ergerniswekkend hun fouten soms ook zijn, ze zijn niet fataal. Nederland zit al decennialang in de top tien van rijkste, best bestuurde en gelukkigste landen ter wereld. Nederland is zo rijk dat zelfs miljarden verslindende blunders geen zichtbare deuk in onze welvaart slaan. Bovendien is de invloed van beleid op onze samenleving kleiner dan politici en Haagse journalisten ons willen doen geloven. Dat blijkt ook wel tijdens de formatie. Politici bemoeien zich vrijwel niet met het land en alles draait gewoon door. De wijze les waar Tjeenk Willink zijn verslag mee afsluit is dat politici bij het maken van beleid goed moeten nadenken over de vraag of het ook uitvoerbaar is en wat het voor de burger betekent. Politici die dat serieus doen, maken vanzelf minder beleid. En dus ook minder domme fouten.

ILLUSTRATIE: XF&M

Uit Maarten! 2017-3

Voor elk wissewasje een apart loket, steeds nieuwe regels, nog meer formulieren, weer een reorganisatie. De Nederlandse overheid gaat problemen met zwaar geschut te lijf, maar vaak heeft dat een averechts effect. Uit Maarten! 2017-3 Een artikel schrijven over de domste besluiten van Nederlandse politici... Het is

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde artikelen

‘Het neoliberalisme dient eindelijk ten grave te worden gedragen’

‘Blinde marktwerking is ideologische luiheid’

En wéér moet het roer om: onze politici lijden aan reorganisatiedrift

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.