Het journaal is indrukwekkend/infantiel
DOOR AD VAN LIEMPT EN MAARTEN VAN ROSSEM
Het maken van het journaal is een ingewikkelde balanceeract. De NOS brengt het er goed vanaf, zo stelt journalist Ad van Liempt. Volgens Maarten kan het stukken beter.
Uit Maarten! 2015-03
Al 45 jaar geklaag over steeds beter journaal
DOOR AD VAN LIEMPT
Het NOS Journaal is een lauwwarme meelzak, zo klaagt elitair Nederland graag. Toch kijken er 2,2 miljoen mensen naar het achtuurjournaal. Het journaal is afwisselend, de items zijn steeds pakkender geworden en de buitenlandverslaggeving floreert als nooit tevoren, vindt Ad van Liempt.
Gerrit Komrij, in een recensie in de NRC in juli 1983: ‘Telkens als je even in Nederland terug bent, slaat het als een lauwwarme meelzak om je oren: het NOS Journaal.’
Ambassadeur Bruyns (in Peru) in een ingezonden brief, ook van juli 1983: ‘De opzet en de manier van presenteren getuigen van provincialisme, kneuterigheid, gebrek aan prioriteitstelling en objectiviteit. Daarnaast geldt het bezwaar dat men de kijkers behandelt alsof de Nederlandse natie uit louter imbecielen bestaat die men vooral niet moet lastigvallen met moeilijke woorden en lange zinnen.’
Dit soort kritische opmerkingen, afkomstig van mensen die de indruk wekken te weten wat er in de wereld te koop is, vergezelt het NOS Journaal al bijna zijn hele 60-jarige geschiedenis. Het hoort erbij; je moet kennelijk af en toe je positie boven het gewone volk bevestigen door uiting te geven aan je dedain voor de nieuwsberichtgeving op de televisie.
Maar is het ook waar? Hebben critici als Maarten van Rossem die vinden dat het NOS Journaal zijn kijkers voortdurend lastigvalt met irrelevant geneuzel uit de sport- en showwereld, een punt? Dat hebben ze soms zeker. Het maken van een landelijk nieuwsprogramma op de televisie heeft iets van een balanceeract, waarbij de relevantie van nieuws in de internationale en nationale arena steeds moet worden afgewogen binnen de kaders van een aantrekkelijk, begrijpelijk en afwisselend programma. Want kijkers die een dagelijks stortbad van loodzware nieuwsfeiten (‘gortdroge nieuwsrelazen’, zoals het begin jaren zeventig werd genoemd) over zich heen krijgen, zullen zich van het programma afwenden – en dat kan nooit de bedoeling van televisiemakers zijn. Die streven dus naar afwisseling tussen zwaar en licht, ver weg en dichtbij, visueel en feitelijk, cerebraal en emotioneel.
Bij die balanceeract gaat weleens iets mis. Dan pakt het journaal opeens uit over een verderf zaaiende oehoe te Purmerend, het liefdesleven van een voetbalprof of van een showbizzsterretje – of van hen beiden. En dat soort keuzes zorgt al jaren voor een stortvloed van brieven, en later mails en nog later tweets.
Het toont vooral aan dat het journaal maar een beperkte beleidsvrijheid heeft: het programma heeft in de afgelopen zestig jaar een zeer groot, zeer vast publiek opgebouwd, dat in toenemende mate zijn eisen is gaan stellen. De makers van het journaal dienen zich binnen de grenzen te bewegen van het verwachtingspatroon dat ze zelf geschapen hebben. Dat is niets nieuws en ook niets bijzonders: tussen media en hun gebruikers is een virtuele band ontstaan die niemand precies kan beschrijven, maar die wel degelijk van grote betekenis is.
Schande
Bij het NOS Journaal komt daar een complicatie bij. Zo’n redactie, en dan vooral het team van samenstellers van het hoofdbulletin van acht uur, heeft een dringende behoefte om af en toe eens buiten de gebaande paden te treden. Vooral bij het laatste onderwerp, dat van oudsher iets lichter mag zijn, iets minder doortrokken van de ernst des levens, gaat het dan weleens mis: te flauw, te gemaakt of gewoon mislukt. Dat onderwerp blijft het meest hangen, er wordt volop gereageerd, en iedereen praat elkaar na: dat journaal is tegenwoordig zo melig, het gaat hard achteruit. Dat is al een jaar of 45 zo, schat ik.
Legendarisch is een uitzending uit 1971, toen de cast van de musical Oh Calcutta in Amsterdam was neergestreken en verslaggever Jan Gerritsen (doorgaans niet bepaald de losbol van het gezelschap) een experimenteel item monteerde met gebruikmaking van door de productiemaatschappij beschikbaar gestelde beelden van naakte dans en wild zwaaiende edele delen.
In de montagekamer hadden de collega’s er ’s middags blauw om gelegen, maar dat veranderde na de uitzending: het land was te klein, de kranten spraken er schande van en minister Klompé antwoordde op Kamervragen dan ook dat de leiding van de NOS het item ‘ontoelaatbaar’ had gevonden. Zo’n miskleun doet zich, minder opvallend misschien, om de paar jaar voor, en dan nestelt zich in de publieke opinie direct de stelling dat het journaal duidelijk op zijn retour is.
Buitenland
Objectieve gegevens over de kwaliteit van het NOS Journaal zijn nog niet zo makkelijk te producren. Over de vraag hoe je journalistieke kwaliteit meet, is in kringen van mediawetenschappers geen consensus. Je kunt hooguit wat trends proberen te onderscheiden. Het is zonneklaar dat de kwaliteit van de verslaggeving de laatste decennia sterk is toegenomen. Het vertellen van een verhaal in beelden binnen pakweg twee minuten is een kunst die de nieuwsverslaggevers tegenwoordig goed onder de knie hebben. Dat was vroeger wel anders, met verslaggevers die het vak bij de krant of bij de radio hadden geleerd en moeizaam poogden het idioom van tv-montage te leren beheersen. De huidige generatie is opgegroeid met het medium, denkt veel meer in beelden dan de vorige en lijkt niet erg te lijden onder de permanente tijdsdruk die het werk kenmerkt.
Dat is des te zichtbaarder bij de buitenlandcorrespondenten. Dat waren vroeger mensen van de krant die de tv erbij deden. Inhoudelijk vaak prima, maar niet erg bedreven in de visuele vertelling.
Tegenwoordig promoveren de beste verslaggevers tot correspondent. En daar profiteren wij kijkers enorm van: met correspondenten als Lucas Waagmeester in Turkije, Bram Vermeulen in zuidelijk Afrika en Jeroen Wollaars in Duitsland is de eigen verslaggeving in het buitenland beter dan ooit. Daar komt bij dat de beschikbaarheid van verbindingen steeds beter en de kosten (ook dankzij internet) steeds lager zijn, zodat correspondenten al op de dag zelf met eigen verhalen uit de brandhaarden van de wereld kunnen komen.
Voxpoppetjes
Maar die mogelijkheid om eigen mensen naar het nieuws te sturen heeft ook een nadeel: steeds vaker komt een verslaggever zonder zichtbare reden tussen het nieuws en de kijker te staan. Veel te vaak wordt een simpele reportage voorafgegaan en besloten door een kruisgesprek met de eigen man of vrouw ter plekke. Het kán, het kost niet veel, en daarom gebeurt het. Het nieuwsprogramma legt veel te veel nadruk op zijn eigen presentie; de personalisering van het nieuws schiet door, soms tot het bespottelijke aan toe. Het kruisgesprek is de dominante vorm van nieuwspresentatie geworden. Of, zoals het ooit is geformuleerd: als er groot nieuws uitbreekt, beginnen alle journalisten elkáár te interviewen.
Het andere grote probleem van het NOS Journaal is de invulling van de opdracht die de vorige hoofdredacteur Hans Laroes ooit, na de moord op Fortuyn, formuleerde: het journaal moet de staat met de straat verbinden. Daar schiet de creativiteit van de gemiddelde tv-journalist werkelijk tekort. Vaak komt hij niet verder dan de voxpop (vox populi, ‘stem des volks’), het straatinterview – de meest manipulatieve vorm van context bieden die er bestaat. Doordringen tot de haarvaten van de samenleving om te berichten over wat er in dit land echt aan de hand is, dat wil nog niet erg. Het is arbeidsintensief, vereist langdurige investering en biedt geen garantie op een constante stroom aansprekend nieuws. Het is de achilleshiel van de journalistiek van vandaag en zeker van het NOS Journaal.
De grootste verbetering die het journaal ooit heeft ondergaan, werd veroorzaakt door de komst van RTL Nieuws, nu al meer dan 25 jaar geleden. De monopolist moest gaan concurreren en paste zich, na een zwak begin, goed aan. Het journaal is er levendiger en alerter van geworden. Het heeft zijn publiek goed kunnen vasthouden. De nieuwe programmering, waarbij de grote concurrent De Wereld Draait Door niet langer tegenover het journaal, maar ervóór kwam te staan, leverde bijna 500.000 kijkers per werkdag extra op – er kijken dagelijks 2,2 miljoen mensen naar het achtuurjournaal. Ondanks alle voorspellingen dat de televisie haar langste tijd gehad zou hebben. En ondanks het periodieke geklaag van elitair Nederland over die lauwwarme meelzak.
Het kan zo veel beter
DOOR MAARTEN VAN ROSSEM
Natuurlijk moet het journaal aantrekkelijk zijn, ook voor de niet-elitaire kijkers. Maar het kan zo veel beter: met langere items waarin wat zinnigs wordt gerapporteerd, minder incidentennieuws en meer duiding over grotere, complexe processen, werpt Maarten van Rossem tegen.
Ad van Liempt heeft zich in de loop der jaren geërgerd aan de zijns inziens elitaire kritiek op het NOS Journaal. Die ergernis begrijp ik wel. Het journaal heeft een omvangrijke groep van kijkers aan zich gebonden, en juist omdat die groep zo omvangrijk is, kan het programma onmogelijk beantwoorden aan de wensen van elitaire nieuwsjunkies. Het moet, zoals Van Liempt schrijft, aantrekkelijk, begrijpelijk en afwisselend zijn. Het behoeft ook de vederlichte elementen die de elitaire kijkers niet bevallen.
Akkoord. Maar toch kan het aanzienlijk beter, zonder dat de miljoenen kijkers meteen worden weggejaagd. Erg ingewikkeld is dat niet, als je het journaal kritisch onder de loep neemt. Zo grossiert het NOS Journaal in een groot aantal zeer korte items, die niets met elkaar te maken hebben. Kies voor wat langere items, waarover dan iets zinnigs kan worden gerapporteerd. Tracht ‘incidentennieuws’ zo veel mogelijk te voorkomen. De jaarlijkse enorme branden in Australië vormen spectaculair beeldmateriaal, maar leg nu eens uit waarom die branden een structureel verschijnsel zijn.
Gevaarlijk gebrek
Bijna alle nieuwsfeiten zijn onderdeel van grotere, complexe historische processen. Probeer die relatie op z’n minst duidelijk te maken. Moord en doodslag zijn onveranderlijk fascinerend, maar waarom niet een keer een wat langer item over de sterke daling van de misdaadcijfers, wereldwijd?
Het nieuws wordt grotendeels commentaarloos verstrekt. Ik begrijp de angst voor commentaar wel; het journaal moet immers zo ‘objectief’ mogelijk zijn, maar zo nu en dan is die zogenaamde objectiviteit een gevaarlijk gebrek. Als politici of anderen op het scherm iets verklaren dat volledig onjuist en ernstig misleidend is, dan is het mijns inziens de plicht van de redactie daarop te wijzen. Sommige kranten doen aan factchecken. Bijzonder nuttig; ik kan het het NOS Journaal van harte aanraden.
Ronduit krankzinnig
Wat zou het prachtig zijn als het journaal zou proberen iets meer afstand te bewaren van de waan van de dag. Dit betreft de laatste jaren vooral de veronderstelde dreiging van jihadistische aanslagen. Leg de kijkers eens uit hoe minimaal de kans is dat een modale Nederlander bij zo’n aanslag betrokken raakt. Dat geeft ook wat rust bij de kijkers op de bank in Coevorden. Dat het journaal opent met de arrestatie van twee Nederlandse pubermeisjes die in Turkije op weg waren naar Syrië, is ronduit krankzinnig.
Uit Maarten! 2015-03
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren