‘Hoe groter de tijdsafstand tot de oorlog, hoe simpeler ons beeld ervan’
DOOR BAS KROMHOUT
In zijn nieuwe boek Angst en vrijheid vertelt de Britse historicus Keith Lowe (1970) hoe de huidige wereld is gevormd door de Tweede Wereldoorlog. Dat geldt niet alleen voor onze instituties; ook ons denken en onze taal zijn doordrenkt met symbolen die zijn ontleend aan de catastrofe van 1939-1945. Dat kan gevaarlijk zijn, zegt Lowe.
Uit Maarten 2018-1
Waarom zijn we op een bijna religieuze manier geobsedeerd door de Tweede Wereldoorlog?
Lowe: ‘Onze samenlevingen zijn seculierder dan ooit, waardoor er een gat achterblijft dat moet worden gevuld. Maar belangrijker is dat de behoefte aan mythologieën in onze menselijke natuur zit en tijdloos is. Mensen hebben altijd geloofd in helden en monsters, in een begin en een einde van de wereld. Het zijn oeroude ideeën, alleen verbinden wij ze tegenwoordig met de Tweede Wereldoorlog. Omdat deze oorlog zo’n enorme gebeurtenis was die de levens van zoveel mensen heeft beïnvloed, is die iets van ons allemaal. Zoals religie dat ooit was.’
Geldt dit ook buiten het geseculariseerde Europa?
‘Absoluut. Je hebt parlementariërs in India die hun collega-politici voor “Hitler” uitschelden. Natuurlijk hebben Hitler en India niets met elkaar te maken. De feiten van de Tweede Wereldoorlog veranderen geleidelijk in symbolen die geen directe relatie meer hebben met de oorlog. Ze vormen een taal op zichzelf. Een universele taal bovendien. Dat dit gebeurt is begrijpelijk, maar voor een historicus frustrerend. En gevaarlijk.’
Wat is het gevaar?
‘Als je strooit met woorden die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog, maak je allerlei emoties los. Niet alleen bij mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt, maar ook bij hun kinderen en kleinkinderen. Als politici dat doen, zijn ze niet geïnteresseerd in de werkelijke feiten, maar alleen in het exploiteren van emoties voor hun eigen politieke doeleinden. Dat is gevaarlijk, omdat emoties verhinderen dat mensen rationele keuzes maken.’
In het Westen leren we jonge mensen over de Tweede Wereldoorlog om van hen goede democratische burgers te maken. Vindt u dat ook een verkeerd gebruik van de geschiedenis?
‘Geschiedeniseducatie is ook politiek, nietwaar? Zoals George Orwell zei: wie het verleden controleert, controleert de toekomst. Daarom is er altijd strijd over wat er op scholen moet worden onderwezen. Wie een nationalistische manier van denken heeft, zal de nadruk leggen op de vrijheidsstrijd die zijn eigen volk heeft geleverd tegen de nazi’s. Zo iemand zal zeggen dat de natie ook in de toekomst soeverein moet blijven. Wie daarentegen internationalistisch denkt, zal benadrukken dat de strijd tegen de nazi’s een collectieve inspanning van meerdere landen was en dat zij samen moeten blijven optrekken. Je kunt de geschiedenis framen zoals je wilt, al naar gelang je eigen politieke opvattingen.’
‘Net als iedereen heb ik mijn eigen standpunt, en dat is internationalistisch. Maar ik zal mijn kinderen altijd duidelijk maken dat er ook andere gezichtspunten zijn. Iedere ouder heeft die verantwoordelijkheid. Meestal haken ze trouwens halverwege mijn verhaal af, omdat het ze niet boeit.’
‘Ik moet meteen denken aan de manier waarop in Groot-Brittannië wordt aangekeken tegen de bevelhebbers van het Bomber Command, dat Duitse steden platbombardeerde. De eerste twintig jaar na de oorlog waren zij helden. In de jaren zestig en zeventig veranderde hun imago in dat van schurken die burgers hadden vermoord. En tegenwoordig zien de Britten hen weer ondubbelzinnig als helden. Ik heb de indruk dat ook in andere landen de tijd van kritisch kijken naar het eigen verleden voorbij is. Hoe groter de tijdsafstand tot de oorlog, hoe simpeler ons beeld ervan. Over vijftig jaar zal er een soort standaardmanier zijn waarop we ons de Tweede Wereldoorlog herinneren. De mythes raken versteend en er zullen geen levende getuigen meer zijn om ze te corrigeren. Alleen historici. Maar daar luistert toch niemand naar.’
Als één land is omgeven door mythologie die haar oorsprong heeft in de Tweede Wereldoorlog, is het Israël. Hoe kijkt u daartegen aan?
‘Ik heb lang geaarzeld of ik het hoofdstuk over Israël zou schrijven. Wat je er ook over zegt, je wordt altijd van meerdere kanten bekritiseerd. Bovendien heb ik familie in Israël. Redenen genoeg om er niet aan te beginnen. Aan de andere kant kon ik het niet rechtvaardigen om het onderwerp in dit boek onbesproken te laten. Uiteindelijk denk ik dat het voor iedereen gezond zou zijn om Israël wat minder als een uitzondering en wat meer als een gewoon land te zien. Dat geldt voor zijn supporters, zijn vijanden en niet in de laatste plaats voor Israël zelf. Vanwege de bekende historische redenen beschouwt het land zichzelf als een speciaal geval dat niet is gebonden aan dezelfde regels als de rest van de wereld. Tegelijk kijkt de buitenwereld, om dezelfde redenen, naar Israël door een vergrootglas. Maar alle betrokkenen zouden een paar stappen achteruit moeten doen en de problemen in het Midden-Oosten moeten benaderen als een van de vele territoriale conflicten in de wereld.’
Hebben we eigenlijk wel iets geleerd van de Tweede Wereldoorlog?
‘Ja, ik denk we een paar zeer nuttige lessen hebben geleerd. Het systeem dat we vandaag de dag hebben, is gebouwd op de fundamenten van 1945. Het is een vrij succesvol systeem. Niet perfect, maar beter dan alles wat we daarvoor hadden. Wanneer we de gebreken zien, moeten we niet de fout maken om het systeem overboord te gooien en opnieuw te beginnen.’
Uit de oorlog kwamen de Verenigde Naties voort, een organisatie die u ‘anachronistisch’ noemt. Kunnen de VN worden hervormd?
‘Dat zal erg moeilijk zijn. Het grootste probleem is dat, vanwege de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog, relatief kleine landen als Groot-Brittannië en Frankrijk in de Veiligheidsraad zitten en een groot land als India niet. Elk voorstel om daar iets aan te doen zullen de Britten en Fransen treffen met hun veto. The turkey doesn’t vote for Christmas.’
‘Daarmee hebben ze een punt. Ze hebben te weinig stem in het kapittel om te zorgen dat hun waarden net zoveel gewicht krijgen als die van westerse landen. Ik zie alleen geen goed alternatief. Hoe kun je bijvoorbeeld de Verenigde Naties inrichten op een manier die iedereen tevredenstelt? Als je het principe “één land, één stem” zou hanteren, dan had Kiribati evenveel te zeggen als China. Keek je naar bevolkingsomvang, dan beslisten China en India alles onderling. Linksom of rechtsom, er zijn altijd landen die zich tekortgedaan voelen.’
Ondanks uw weerzin tegen politiek gebruik van de oorlog schrijft u in uw boek over parallellen tussen de huidige tijd en de jaren 1930. Is dat niet met elkaar in tegenspraak?
‘Ook ik kan me niet losmaken van mijn eigen gevoelens en emoties. Toen een meerderheid van de Britse kiezers voor Brexit koos, had ik angstvisioenen van een Europa dat uit elkaar viel en in nieuwe oorlogen verstrikt zou raken. Er zijn inderdaad parallellen met de jaren dertig: we komen net uit een recessie en overal in Europa zien we de opmars van nationalisme en extreem rechtse partijen. Maar staan we op de rand van een oorlog? Ik denk het niet. We hebben nu veel sterkere instituties dan destijds. Het idee van een breuk tussen Frankrijk en Duitsland is tegenwoordig ondenkbaar. Dus de verschillen zijn groter dan de overeenkomsten.’
Historicus Tony Judt schreef dat de naoorlogse stabiliteit in Europa ironisch genoeg te danken was aan Hitler en Stalin, die het minderhedenvraagstuk met harde hand hadden opgelost. Is dit vraagstuk terug van weggeweest als gevolg van de immigratie?
‘Een land waar iedereen dezelfde taal spreekt en dezelfde cultuur heeft, is gemakkelijk te besturen, want er zijn minder spanningen. Deze situatie deed zich na 1945 voor in het Oostblok, waar grote etnische zuiveringen hadden plaatsgevonden en geen immigratie plaatsvond. Daar heeft Judt gelijk in. Maar in de wereld van vandaag is immigratie onvermijdelijk. Het teruglopende geboortecijfer in Europa betekent dat we afhankelijk zijn van nieuwkomers om de boel gaande te houden. Landen in Oost-Europa zijn niet gewend aan immigratie, waardoor ze nu opnieuw een minderhedenprobleem ervaren. West-Europese landen daarentegen hebben na de Tweede Wereldoorlog vaker mensen geïmporteerd. In de jaren zestig leverde dat protesten en rellen op, maar nu zijn we eraan gewend geraakt. In een stad als Londen zijn mensen niet bang voor immigratie. Het zijn in Groot-Brittannië de gebieden met de minste immigranten waar de angst het grootste is. Dat mechanisme zie je ook op Europese schaal: de weerstand tegen immigratie is het hevigst in landen als Polen en Hongarije. West-Europa is relatief tolerant.’
Maar in West-Europa zijn partijen met een anti-immigratieagenda, zoals de PVV, toch ook in opkomst?
‘Die richten zich specifiek tegen de islam, niet tegen immigratie in het algemeen. Politici als Geert Wilders schilderen de islam af als het nieuwe fascisme. Ook zij maken dus gebruik van de mythologie van de Tweede Wereldoorlog. Ik vind dat problematisch. Islamitisch fundamentalisme is van zichzelf verschrikkelijk genoeg, daar hoef je geen vergelijking met fascisme voor te maken. Omgekeerd worden mensen zoals Wilders zelf fascisten genoemd. Dat snijdt meer hout, omdat extreem rechts daadwerkelijk historische links met het fascisme heeft. Toch zijn ook deze vergelijkingen niet zo nuttig. Ik heb geen sympathie voor Wilders, maar hij is geen Hitler.’
De liberale democratie heeft de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog overleefd. Zal ze ook deze eeuw overleven?
‘Ik zie de democratie op de korte termijn niet omvallen. Maar op de middellange termijn – wie weet? De laatste tijd vraag ik me af of de naoorlogse periode die ik in mijn boek beschrijf ten einde loopt en we aan het begin staan van iets nieuws. Degenen die de oorlog hebben meegemaakt sterven uit, inclusief een aantal mensen die ik heb geïnterviewd. De oorlog zal op den duur iets uit een ver verleden worden. Misschien staan er nieuwe ideologische conflicten voor de deur. Al het gedoe rond de islam is volgens mij een red herring en zal hopelijk de komende jaren uitgaan als een nachtkaars. Maar populisme zal, vrees ik, het systeem wereldwijd blijven uitdagen. Ik probeer optimistisch te blijven. Regelmatig discussieer ik met historici die de toekomst veel somberder inzien dan ik. Anne Applebaum, bijvoorbeeld. Helaas voor mij kwamen haar voorspellingen tot nu toe steeds uit. Ze was er zeker van dat Groot-Brittannië de EU zou verlaten, maar ik zei: “Welnee, we zijn een verstandig land.” En zie wat er is gebeurd. Maar ik blijf hoopvol.’
Uit Maarten 2018-1
Balans 2018, 560 p., € 27,50
Bestel Angst en vrijheid hier in onze webshop.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren