Kunst met Sis: De vrijheid om te schilderen wat je wilt
DOOR SIS VAN ROSSEM
In veel van mijn kunstcolumns heb ik gehamerd op het belang van de opdrachtgever die zelfs het onderwerp van een schilderij bepaalde. Hoe kan het dan dat zoiets als het futurisme kon ontstaan? Dat is natuurlijk een interessante ontwikkeling. Blijkbaar zijn het inmiddels de schilders zelf die het onderwerp bepalen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren?
Tot de negentiende eeuw zijn het dus de opdrachtgevers die bepalend voor de kunst zijn, omdat ze het geld verschaffen. Maar door complexe politieke en sociaal economische factoren verliezen zij steeds meer aan invloed. Gevolg is dat de schilders minder opdrachten krijgen en om een lang verhaal kort te maken: ze zijn voor het eerst vrij om te schilderen wat ze zelf willen. Natuurlijk is dat een vrijheid die niet meevalt als je altijd in opdracht gewerkt hebt. Want wat ga je dan schilderen? Voor wie, voor wat? Per kunstenaar kunnen de onderwerpen verschillend zijn.
Maar deze ontwikkeling voltrok zich niet van de ene op de andere dag. Zo is het inmiddels voor ons ondenkbaar dat de impressionisten werden uit gelachen. Kritiek: de onderwerpen deugen niet en ze kunnen niet schilderen. Ze mochten hun werk niet eens exposeren. Nu vinden we de impressionisten geweldig en hangen de musea vol. In een steeds sneller tempo ontstonden er nieuwe stromingen. Ik noem er maar even een paar: het impressionisme, expressionisme, pointillisme cubisme, futurisme en ga zo maar door.
Probleem is en blijft natuurlijk wel het geld. Geen opdrachten, geen geld. Uitkeringen bestonden niet. De kunstenaar is steeds vaker iemand die buiten het gewone ‘burgerlijke’ leven staat. Het begrip artistiek, creatief, kunstzinnig ontstaat. Een schilder is niet langer een vakman maar een kunstenaar.
Sommige kunstenaars maken schilderijen in opdracht naast hun vrije werk. Vaak zijn dat voorstellingen die in de mode zijn. Portretten zijn natuurlijk altijd gewild, maar helaas droogt ook die bron van inkomsten met het ontstaan van de fotografie op. In onze tijd is de situatie van de kunstenaar zo anders en complex dat het te ver gaat om hier uitvoerig op in te gaan.
Maar nu naar het schilderij van Balla. Balla was een Italiaanse futurist. De naam komt van futura-toekomst. De leden wilden niets meer te maken hebben met voorgaande stijlen en bewegingen. Musea vond men kerkhoven die het beste in brand gestoken konden worden. Onderwerpen voor hun werk: beweging, snelheid, agressie.
Wat Balla bezighoudt is hoe je op een plat vlak beweging weergeeft. Je ziet dat de riem heen en weer beweegt. De poten van de hond ‘lopen’, de staart kwispelt, de oren bewegen. De voeten van de vrouw ‘lopen’. Alleen de onderkant van de vrouw is in beeld, want het gaat niet om de vrouw, het gaat om beweging. Het idee komt uit de wereld van de fotografie waar men aan het eind van de negentiende eeuw bezig was om via foto’s beweging vast te leggen. Dat doe je door snel achter elkaar af te drukken. De zogenaamde chronofotografie. De meest bekende naam op dit gebied is Muybridge.
Interessant is natuurlijk dat het onderwerp er eigenlijk niet meer zo toe doet, maar dat het in dit geval om het weergeven van beweging gaat. Dus geen in beeld gebrachte verhalen met een eventueel symbolische betekenis. Geen moralistische voorstellingen meer. Het is wat je ziet.
En met deze geheel nieuwe ontwikkelingen zijn we natuurlijk bij de moderne kunst aanbelandt. Op weg naar de abstractie. Nou op weg? Rond de zelfde tijd zijn Mondriaan, Kandinsky en Malevich al met vormen van abstractie bezig.
Giacomo Balla
Beweging van een hond aan een lijn. 1912
Olieverf op doek
89.8cm x 109.8cm
Albright-Knox Art Gallery
Buffalo New York
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren