Op pad met Sis: Reisje Rome
DOOR SIS VAN ROSSEM
Omdat ik op mijn verjaardag nooit thuis wil zijn, vertrokken we begin mei naar Rome. Rome is een stad waar je nooit uitgekeken raakt en ik voel me daar meer op mijn gemak dan in Amsterdam.
Benieuwd naar de hele column? Bestel dan nu Door de ogen van Sis van Rossem, een verzameling van Sis van Rossems beste en scherpste columns. Bestel het boek hier.
Op Schiphol verliep het inchecken bijna griezelig vlot. Maar ja, dan dat vliegen! Ik geef het eerlijk toe: ik ben bang. Als een aangeschoten konijn zit ik te luisteren naar de motor en ik voel iedere beweging van het toestel. Tijdens turbulentie beloof ik het Opperwezen dat ik nooit meer vervelend zal zijn, m’n humeur zal verbeteren, nooit meer driftig zal worden en aardiger voor bepaalde mensen.
Dit alles overdenkend hoor ik plotseling een stem: ‘Mevrouw Van Rossem, mevrouw Van Rossem’. Nou zie ik mezelf niet als mevrouw Van Rossem, maar Coen stoot me aan en ik zie de purser met een dienblaadje met twee flesjes witte wijn met prik en twee – ja! – échte glazen plus twee zakjes amandelen. Hij feliciteert me hartelijk en ik krijg een vrolijke felicitatiekaart van de hele bemanning. Aardig, maar hoe zouden ze zoiets nou weten? Volgens Coen wel erg naïef.
We landen safe op Fiumicino Roma. Het regent in Rome.
Dan begint de avondvierdaagse richting uitgang. Coen rent als een jonge hond vooruit met beide koffers en begint al snel geïrriteerd om te kijken: waar blijf je nou? Tja, die man is twee jaar ouder dan ik, maar een stuk fitter. Natuurlijk, natuurlijk, hij is al jaren geleden gestopt met roken.
De stemming zit er niet in. Eindelijk de uitgang! Ik zijg neer op de rand van een armoedige plantenbak. Roken! Coen gaat op zoek naar een taxi maar komt niet meer terug. Ik probeer hem te bellen, maar nee, dat lukt niet, want hij wil tijdens de uitstapjes niet bereikbaar zijn. Ik begin te bedenken wat ik moet doen als hij nooit meer terug komt. Hoe pak je zoiets eigenlijk aan? Er begint een tak in mijn nek te steken. Aha, een stervend olijfboompje. Hoe toepasselijk.
Daar is Coen weer terug, volledig opgefokt. Het oude handige taxisysteem (je koopt een kaartje) is niet in werking dus dat wordt lopen naar de taxistandplaats. Maar er komt zowaar een taxi en we arriveren bij ons hotel. Het is koud en het regent en de straat is opgebroken.
De terugreis
In de taxi naar het vliegveld stijgt mijn bloeddruk alweer, want ik weet zeker dat we dat vliegtuig missen. Het is druk en alle stoplichten springen op rood. Keurig op tijd worden we afgezet.
Bij het inchecken gaat het al helemaal mis. We hebben alleen handbagage en thuis gewogen. Samen 14 kilo. Maar het wordt geweigerd door een scheef in haar stoel hangend, ongeïnteresseerd, sacherijnig, onbeschoft mens. Coen begint warm te draaien en gaat heftig in discussie. Inmiddels zie ik naast me in de rij een gezin met twee kinderen die beiden een koffertje hebben, niet veel kleiner dan die van ons. Pa en Ma hebben enorme rugzakken en dat mag allemaal mee als handbagage. Nu ontplof ik ook. Zoiets gaat gewoon te ver! Wees dan tenminste consequent.
Trillend van drift strompelen we naar de security-check. Drama twee begint zich te voltrekken, want Coen ‘piept’. Alles moet uit en af: z’n schoenen, z’n bril, z’n riem. Coen begint z’n spullen in diverse bakken te smijten. Eén moment ben ik bang dat hij ook z’n broek uit gaat trekken.
Tijdens de vlucht heb ik het Opperwezen niets meer durven beloven.
Op Schiphol tenslotte de finale: we kunnen zoals gebruikelijk de S.T.A.-balie niet vinden waar we ons moeten melden voor de taxi naar huis.
Ik ben gebroken!
Beeld: Still uit de film Songs from the second floor van Roy Andersson
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren