Openluchtmuseum: De Beemster
DOOR MAARTEN VAN ROSSEM
De Beemster is een uniek voorbeeld van ondernemingslust: water maakte plaats voor vruchtbaar land.
Uit Maarten! 2014-5
Een paar jaar geleden werd ik uitgenodigd door een kaasfabriek in de Beemster om een lezing te houden over de koe in het Nederlandse landschap. Het idee was dat onze groene weiden pas echt Hollandse weiden zijn als er koeien in grazen. Die kaasfabriek betaalt de melkleveranciers een fractie meer per liter als de koeien daadwerkelijk in de wei staan en vers gras kunnen eten. Volgens wetenschappelijk onderzoek zorgt dat voor betere en smaakvollere kaas.
Het leek het bedrijf een aardig idee als ik, staande op een kleine verhoging in de wei, zou spreken op de dag dat de koeien in het voorjaar voor het eerst naar buiten mochten. Ach, wat hopsten en renden die koeien vrolijk in het rond nadat ze de stal hadden verlaten. Toen ze een beetje tot rust waren gekomen en aan de grasconsumptie waren begonnen, ging ik van start met mijn lezing. Na een klein kwartier ontstond er hilariteit onder de toehoorders, zonder dat ik iets geestigs had gezegd. Het was duidelijk dat de reden van de hilariteit zich achter mij bevond. Ik draaide mie om en zag tot mijn verbazing dat de koeien in een halve cirkel rond de verhoging stonden en aandachtig luisterden. Nooit eerder of later heb ik zo’n sympathiek en belangstellend gehoor gehad. Zodoende zal ik voor de rest van mijn leven een ongekend positieve herinnering aan de Beemster hebben.
Ondernemingslust
De Beemster is een uniek voorbeeld van Hollandse ondernemingslust: het is de eerste grote droogmakerij ter wereld. Zoals zoveel meren in Holland was het Beemstermeer het resultaat van de ontginning en exploitatie van het veen. Storm en hoog water hadden een zodanige afslag veroorzaakt dat een groot meer was ontstaan, dat in open verbinding stond met de Zuiderzee. De bodem van het Beemstermeer bestond uit vruchtbare zeeklei. Er was dus reden om aan te nemen dat een drooggemalen Beemster goed verkocht kon worden.
In 1607 begonnen 43 molens met het droogmalen van de polder, die een oppervlakte heeft van 72 vierkante kilometer. Die 43 molens bleken niet voldoende; er waren er uiteindelijk 50 nodig. In 1610, toen het project bijna klaar was, brak de ringdijk en liep de hele zaak weer onder. Twee jaar later was de polder alsnog droog en werd begonnen met de ontginning via een keurige geometrische verkaveling, die nog steeds de structuur van de polder bepaalt. De 50 molens hebben driehonderd jaar dienstgedaan, maar zijn aan het begin van de vorige eeuw vervangen door stoomgemalen, die ondertussen weer vervangen zijn door elektrisch aangedreven gemalen.
Drooglegging
De hele onderneming stond onder leiding van Jan Adriaansz. Leeghwater (1575-1650). Hij heette eigenlijk Jan Adriaansz., maar had dat beeldende Leeghwater aan zijn naam toegevoegd vanwege zijn uitvinding van een duikerklok en dus niet vanwege de drooggemalen polder. De Beemster bleek inderdaad een uiterst voordelige onderneming, waardoor in de jaren daarna ook andere grote meren in Noord-Holland werden drooggelegd. Die brachten overigens veel minder op. Leeghwater suggereerde toen al dat het verstandig zou zijn ook het Haarlemmermeer droog te leggen, omdat dit zich gestaag uitbreidde. Dat kwam er niet van; het was een veel groter project en Haarlem en Leiden verdienden goed aan het meer door scheepvaart en visvangst. Uiteindelijk werd het Haarlemmermeer halverwege de negentiende eeuw door drie grote stoomgemalen drooggemalen.
Voor 1607 was Holland een soort gatenkaas, waarbij de gaten gevuld waren met water. Sinds de succesvolle inpoldering van de Beemster zijn al die gaten in ruim twee eeuwen veranderd in grazige weiden.
Uit Maarten! 2014-5
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren